Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mijn [12]ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] [13]stokebranden, mensenkinderen, welker tanden [14]spiesen en pijlen zijn, en hun tong een [15]scherp zwaard. 12. Dat is, ik, mijn persoon. 13. Hebr. vlammigen, of vlammenden, waardoor hij de vleiers en aandragers verstaat, die hem telkens verrieden en bij Saul aanbrachten, en dien tegen hem ophitsten. Zie 1 Sam.23:19,20, en 1 Sam.24:10, en 1 Sam.26:1. 14. Dat is, gelijk spiesen, enz. Hebr. spies. 15. Verg. hfdst.55 vs.22, en hfdst.59 vs.8.